Valpartij

Ik volg de Tour de France met een oog. Deze week switch ik tussen Wimbledon en de tour. De tour volgen is voor mij vooral plaatjes kijken. Mooie helicoptershots van de omgeving waar de renners doorheen racen zonder daar oog voor te hebben. Met een vaartje van 60 en soms wel meer kilometer per uur stuiven ze door het landschap. Ze hebben niet alleen geen oog voor het landschap, maar hebben ook weinig of geen oog voor elkaar. Maak plaats, maak plaats, maak plaats wij hebben verschrikkelijke haast. Ik schakel net van Murray op Fox over naar de renners op Nederland 1. Ik zie dat de Tour niet rijdt. In een smal straatje wordt zij door twee rode auto’s tegengehouden. Dan, in de herhaling zie ik waarom er gestopt wordt. Een vreselijke tuimeling in het begin van het peloton. Renners en fietsers in een op het oog aanvankelijk onontwarbare kluwen. Gescheurde shirtjes, bebloede koppen, renners die wegstrompelen, hun arm ondersteunend, wild gebarende officials en tussen dat alles door de fotografen en cameralieden op zoek naar het meest aansprekende plaatje.
Als ik de tuimelpartij bekijk, herinner ik mij mijn eigen fietsvalpartijen. In mijn studententijd kukelde ik geregeld van mijn fiets. In een manhafte poging de tramrails die toen nog op sommige plaatsen in de stad lag te ontwijken en met te veel alcohol in mijn lijf kletterde ik tegen de grond. Twee keer op dezelfde plaats, op het zelfde uur, de late nacht. Maar dat is lang geleden en ik kwam er zonder verdere kleerscheuren van af. Wel  wat schrammen.
Van veel later herinner ik mij nog twee valpartijen. Ik botste tegen een meisje aan dat opeens op haar fiets tussen twee auto’s vandaan kwam. Ik vloog in supermanhouding (citaat van Tom Dumoulin) over het stuur. Resultaat een fikse bloeduitstorting op mijn heup. De laatste val is van een paar jaar geleden. Na mijn achillespeesoperatie voor het eerst weer op de fiets. Ik viel niet bij het fietsen, maar bij het afstappen. Ik vertrouwde mijn voet nog niet, en boem daar lag ik. Gade schrok, ik ook. Een tijdje durfde ik niet meer te fietsen en nog steeds ben ik geen held op het rijwiel, hoe lekker ik het ook vind om te fietsen. Gewoon in mijn eentje, door de Betuwe, door de Ooij. Niet in een groepje, noch in een peloton en ook niet in de fietsvierdaagse die vandaag gestart is. Gewoon in mijn eentje, overeind. Vallen laat ik over aan de renners in Frankrijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *