Visie

Begin april krijg ik en verder alle gepensioneerden die bij de Gemeente hebben gewerkt een uitnodiging van de gemeentesecretaris. Hij nodigt mij uit voor een bijeenkomst waarin hij wat wil vertellen over waar Nijmegen nu mee bezig is en in welk organisatorisch verband dat gebeurt. Gistermiddag was de bijeenkomst. Een bijeenkomst die een groot reüniegehalte heeft. Ik schud heel wat handen. Bij heel wat gezichten schiet mij de naam niet meer te binnen. Ik stuntel dan maar wat, maar er is dan altijd wel iemand die zonder dralen de naam van de ander noemt en die ik dan als  had ik een ijzersterk geheugen vlekkeloos herhaal.
Het programma is weinig spectaculair. De gemeentesecretaris vertelt dat er een Waalsprong is, een nieuwe brug is ingevaren, dat er een nevengeul bij de Waal wordt gegraven en dat Plein 1944 bijna heringericht is. Met geen van die mededelingen verrast hij het gehoor. Veel van de aanwezigen stonden immers aan de wieg van die ontwikkelingen. Hij vertelt ook over de veranderde organisatieopzet van de gemeenten. De vroegere directies bestaan niet meer, maar er is nog wel een directeursraad. Hij legt niet uit hoe zich dat tot elkaar verhoudt. Dan komt het verhaal over de bezuinigingen. Die zullen fors zijn. Voor hem betekent dat er geen geld voor nieuwe plannen is en dat dit college plant tot 2017. Er lijkt daarna geen toekomst meer te zijn. Ik vraag de secretaris of het dan alleen nog maar een passen op de winkel is en houd hem voor dat je toch altijd plannen moet maken, visie moet ontwikkelen voor straks, voor later, zodat die tijd je  niet alleen maar overkomt. Hij verwijst die vraag door naar de politiek. Ik denk bij mezelf dat je toch ook als hoogste ambtenaar daar een visie op moet hebben.
Die komt gelukkig wel wat later van de burgemeester, die de oudgedienden komt begroeten en een helder verhaal houdt over de veranderende rol van de gemeente in de toekomst door zich wijzigend rijksbeleid. De gemeente krijgt een veel grotere rol op het gebied van zorg en welzijn en zal daar zijn organisatie op moeten aanpassen. Hij houdt ons voor dat wij van toen de gemeente  van straks nauwelijks meer zullen terug kennen.
Dan is het tijd voor het informele gedeelte. Ik kout met heel wat oud-collega’s. En onze toekomstvisie blijkt vaak gestoeld  op weet je nog wel oudje, toen de verbeelding nog even aan de macht leek en beleidsadvisering en -uitvoering meer was dan passen op de winkel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *