Voormalig

“Nijmegen, nietwaar?” Een mij onbekende man houdt mij staande op het trottoir in Watou. Gade en ik zijn door het glooiende land vanuit Poperinge hier naar toe gefietst. Veel over gehoord en nu zijn we er en spreekt iemand mij zo maar aan. “Nijmegen-Oost toch en hebt u niets van doen met het kerkhof aan de Daalseweg”, verduidelijkt de man. Het eerste bevestig ik. Maar het kerkhof aan de Daalseweg? Nee, nog niet.  Ik ken de man nergens van. Hij mij blijkbaar wel. Onze wegen scheiden zich. We lopen de kunstroute door het grensplaatsje in onze eigen volgorde. We zien veel kunst. Op negen plaatsen hebben kunstenaars voor twee maanden een onderkomen gevonden. In de kelder van de brouwerij, in een oud parochiehuisje, in de kerk zelf, het voormalige gemeentehuis, het oude schooltje. Misschien is dat wel het meest kenmerkende aan Watou. Dat heel veel is wat het was. Voormalig. Gade en ik zijn naarstig op zoek naar de band tussen poëzie en beeldende kunst. We vinden hem maar een enkele keer. De meeste poëzie vinden we nog in de relieken van vorige festivals. Voormalige festivals. En toch is het thema dit jaar “Tussen taal en beeld, verzamelde verhalen” . We ontdekken de relatie maar zelden. Er is veel beeld. Mooie beelden, wrange beelden, onthutsende beelden, maar ook loze beelden, bedachte beelden en daardoor zielloze beelden.
Als een processie trekt de stoet bezoekers door het dorpje. Van W1 tot en met W9. Pleisterplaatsen. 6 en 7 slaan wij over. Te ver uit de richting voor onze moeie benen. Onderweg probeer ik mij nog te herinneren wie de man was die ik tussen W1 en W2, het Douviehuis en het Klooster ontmoette. Nee, er komt geen enkele associatie bij mij binnen drijven. Het blijft volledig blank. Ik herinner mij hem nergens van. Hij wordt niet eens een voormalige collega of kennis. Hij blijft een voormalige onbekende.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *