In het kleine keukentje dat bij mijn bovenhuis hoort hangen twee haakjes. Normaliter zouden daar een handdoek en een theedoek aan hangen. Maar die zijn gedrapeerd over de radiator. Aan de haakjes hangen nu zo’n kleine vijftig carnavalsonderscheidingen. Want waar laat je die anders? Die onderscheidingen heb ik gekregen gedurende al de jaren dat ik voor de gemeente als ceremoniemeester optrad bij festiviteiten rond carnaval. Dat was bij het prinsentreffen, als prinsen uit heel Nederland en Duitsland en België op het stadhuis werden ontvangen. Onderscheidingen van Prinses Jessica uit Zaventem (B) en Prinz Rainier uit Siegburg(D) en uit andere gerenommeerde carnavalssteden als Den Haag, Purmerend en Utrecht werden mijn deel. En voor de rest heel veel onderscheidingen van Nijmeegse carnavalsverenigingen, prinsen en jeugdprinsen, gekregen bij boerenbruiloft, prinsenproclamatie en wat die meer zij. En in een kast op de logeerkamer ligt in een plastic zak de carnavalssteek die ik kreeg toen ik ridder van het hofbal werd. Het hofbal benoemt elk jaar een ridder en ooit was ik aan de beurt, waarschijnlijk omdat ik al zo’n boel andere onderscheidingen had en zo enthousiast mijn gemeentelijke carnavalswerk deed.
Ik ben nu een paar jaar met pensioen en geleidelijk namen ook mijn carnavalsactiviteiten af. Dit jaar moest ik zelfs bij het hofbal verzuimen, omdat er voor die avond al lang geleden familiale afspraken waren gemaakt.
Er is een tijd geweest dat ik uitbundig carnaval vierde. Nu al weer meer dan 40 jaar geleden. Toen had je in en om Nijmgen nog grote carnavalsbals waar je met vrienden heen toog en je in hospartijen en polonaises waagde. Je bekeek de optocht en hobbelde er achter aan en dan van cafeetje naar kroegje en terug. Nu is dat alleen nog maar herinnering.
Gisteren was ik in de stad. Van carnaval is niet meer te merken dan een boemsende dreun die uit een feesttent komt en een verdwaald lijkende passant in een boevenpak. Voor de rest is het een zaterdag als alle andere.
Ik bekijk mijn carnavalsonderscheidingen nog eens, laat ze door mijn handen gaan, zucht en fluister zachtjes, heel zachtjes: “Alaaf.” Carnaval 2013.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
wéééét je nog wèèèèl, ouhouhouououtje……?!
Beste Jan. Ik werd weemoedig toen ik je blog las. Ik herken veel van watje schreef. Had nooit van mijzelf gedacht dat met het klimmen der jaren het carnavalsvuur langzaam zou uitdoven. Eens een carnavalist altijd een carnavalist, dacht ik. Niet dus. Dit jaar zelfs geen Hofbal. Ik lag hoestend en proestend op bed. Met moeite kon ik het nog uitbrengen: Alaaf.
Hopelijk toch tot volgend jaar bij het Hofbal.
Maerten