Comeback

Voor het eerst na acht maanden ben ik weer eens voor een klusje op het stadhuis. Zo lang was het geleden dat ik mijn achillespees brak en een lang proces van langzaam herstel begon. Door de gedwongen rust de eerste maanden waren mijn spieren gaan aanvoelen als veel te lang doorgekookte spaghetti. Maar nu, na weken geregelde revalidatie en training, leken ze weer voldoende stevig te zijn om op redelijk niveau te kunnen functioneren. En zo toog ik weer aan het werk. Werk mag je het eigenlijk niet noemen, dat kleine bijbaantje bij de gemeente. Op afroep beschikbaar als trouwambtenaar of ceremoniemeester bij naturalisatiebijeenkomsten. Gisteren weer als dat laatste opgetreden.
Het is vreemd dat na zo lang weggeweest te zijn er toch niets veranderd blijkt te zijn. Wel is er een oudere collega vertrokken en opgevolgd door een veel jonger iemand. Op amicale toon noemt hij mij direct bij mijn voornaam. Moet kunnen. De zijne heb ik niet echt goed verstaan. Hij vraagt wanneer ik bij de gemeente begon met werken. Ik noem het jaartal. “Toen bestond ik nog niet eens.” Hij zegt het alsof dat een verdienste is. Nog niet geboren zijn als een prestatie. Nog geen verleden hebben, alleen toekomst.
Er is deze avond een massale opkomst. Meer dan 50 Nijmegenaren worden Nederlander. Het grapje dat ik maak dat ze waarschijnlijk met zovelen zijn om mijn comeback mee te maken, blijft ergens in de ruimte hangen. Mijn gevoel van ik ben weer terug kan de zaal niet delen. Ze hebben er geen weet van.
Ik ben de routine van zo’n bijeenkomst niet kwijt geraakt. Ik noem de vreemde namen van de mensen die de verklaring van verbondenheid moeten afleggen. Voor het merendeel van de aanwezigen is het een stukje onbegrijpelijk archaïsch Nederlandsch dat ik gemakshalve vertaal met “ik hou van Holland”. Dat wordt wel begrepen.
Ik leid het gezelschap door het stadhuis. Een kleine toer langs de voornaamste zalen en hal. Ik merk dat de trainingen mij goed hebben gedaan. Zonder overdreven gehijg klim de trappen op. Ik ben weer terug. Althans zo voelt het.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *