Erfgoed

Er was een tijd dat er nog heel veel werkgelegenheid was. Grote industriële complexen waren het gevolg. Bedrijven ter grootte van een kleine stad, met de daarbij horende infrastructuur. Gesloten bastions voor wie er niets te zoeken had, soms zelfs met een eigen bewakingsdienst, medische voorzieningen en een strikte scheiding tussen het kantoor en de werkvloer. Gebouwen als kathedralen, getuigen van de vooruitgang. Vrijdag was ik in Ulft bij het DRU-complex. Er wordt geen pan meer gemaakt, maar het is omgetoverd tot een cultuurfabriek met alles erop en eraan. Ik dwaalde door enorme hallen, nu ingericht als theaterzaal en ooit zo ruim opgezet dat er meer dan voldoende parkeerruimte is voor de huidige bezoeker. Ondernemingszin en creativiteit druipen er van af. Ooit is besloten de fabriek te sluiten, de arbeiders naar huis te sturen , maar de gebouwen bleven staan, werden hergebruikt. Het industriële erfgoed werd het decor voor kleinschalig ondernemen en cultureel avontuur.
Gisteren at ik bij vrienden. Gade was een dagje naar Friesland op een vrijgezellenfeestje. Haar eerste vrijgezellenfeestje ooit. Mijn gastvrouw vroeg of ik er iets voor voelde om mee te gaan naar een dansvoorstelling, een dorp verderop. Ik twijfelde, maar liet mij overhalen. Gade zou toch laat thuis zijn, dus waarom niet wat cultuur gesnoven. Kaartjes besteld. Normale prijs € 35,-, maar de voorstelling liep niet zo best. De kaartjes gingen nu voor € 20, – de deur uit. En de programmaboekjes werden gratis weggegeven. Cultureel ondernemerschap als filantropie?
En weer liep ik door industrieel erfgoed, de voormalige opstallen van de CHV Veghel, gedomineerd door immens graansilo’s en ook hier, net als in Ulft, die mix van cultuur, kleinschalig ondernemen en vrijetijdsbesteding. Ooit was het de grootste mengvoederfabriek van Europa, nu vermengen zich op de Noordkade diverse kleinschalige disciplines.
Ik voel me maar een klein manneke in de grote hallen, uitgevoerd in een andertijdse maat. De maat die nu ook nog normatief lijkt voor de omvang van de voorzieningen. Is die niet te groot voor het verzorgingsgebied? Overleven dit soort initiatieven? Kunnen ze echt het nieuwe hart van een dorp, een stad worden. Of zal het op den duur toch een kunsthart blijken te zijn dat met veel kunst- en vliegwerk in leven wordt gehouden?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *