Fictie

“Met een tevreden glimlach hangt de rechter zijn toga op een knaapje. Het is lang geleden dat hij zo’n helder vonnis heeft geveld.”
Zo begint de roman  die ik nooit ga schrijven. Ik schrijf veel, elke dag dit stukje. Dat noodt mensen wel eens tot de vraag waarom ik geen roman ga schrijven. Het antwoord is simpel. Dat kan ik niet. Of in ieder geval heb ik mij er zelf nog niet van overtuigd dat ik dat zou kunnen. Gebrek aan ambitie, gebrek aan discipline, misschien ook wel gebrek aan fantasie om verder dan een paar honderd woorden te kunnen denken. Ik ben niet in de wieg gelegd als romancier en er zeker niet als zodanig uitgekomen. Ik ben meer van de korte baan. Ik heb de column omarmd. Mijn dagelijkse portie schrijfwerk, deels fictie, maar heel dicht tegen de werkelijkheid van alledag aanschurkend. Vaag doemt de herinnering op dat mijn vader de dagelijkse column uit zijn dagblad voorlas aan mijn moeder. Maar misschien verzin ik dat wel, poets ik een bijna vergeten beeld wat op. Het was in de tijd dat columns nog cursiefjes heetten en de schrijvers zich van pseudoniemen bedienden. In het geval van mijn vader was de schrijver ‘Nijdas’. Een woord dat vast een ereplaats in de verzameling van zo goed als vergeten woorden inneemt.  Nu heten columnisten gewoon Wim Boevink of Thomas Verbogt. Vandaag de dag niks geen nom de plume meer nu kranten steeds meer gaan lijken op een dagelijkse verzameling columns met her en der nog wat nieuws, altijd een dag oud.
Ik kom hier allemaal op omdat ik gisteren bij de presentatie van het nieuwste boek van Thomas Verbogt was. Een op en top Nijmeegs boek, althans waar de stad meer is dan alleen maar het decor van de gebeurtenissen, maar een eigen rol speelt. Het boek laat zich door zijn korte hoofdstukken bijna lezen als een verzameling columns, een stiel waarin Verbogt een meester is. Maar er is meer. Hij weet de los van elkaar geschreven hoofdstukken zo te rangschikken dat het een roman wordt. Een roman over herinnering, waarheid en werkelijkheid. Over denken en bedenken.
Misschien moet ik mijn inmiddels bijna 1800 stukjes eens gaan ordenen en zit er een onontdekte roman, vooruit een novelle in verstopt. Dat uitzoeken is iets voor een volgend leven.
Mijn niet geschreven roman eindigt met: “Hij levert zijn toegangspasje in en weet dat het voorbij is. Hij is moederziel alleen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *