Grijzend

Vandaag valt het opeens meer op dan op andere dagen. Mijn haar is aan mijn slapen niet eens meer grijs te noemen, maar het is van een bijna doorzichtig wit. Lang geleden las ik in een even lang vergeten boek over iemand die grijzend aan de slapen was. Maar in plaats van grijzend las ik grijnzend. En ik fantaseerde daar bij een brede  grimlach van slaap tot slaap. En sinds die tijd is grijzend aan de slapen voor mij voor altijd grijnzend aan de slapen gebleven. Nu ben ik zelf meer dan grijnzend aan de slapen. In de loop der jaren is mijn trouw sikje ook danig van kleur verschenen. Lang mocht ik het donkerblond noemen, maar nu is ook veel meer bijna transparant grijs-wit. Ook is de haarlijn fors geweken en het haar dunner.
Als ik bij Albert Heijn naar binnen ga kan ik mij zelf van achteren zien op een beeldscherm bij de ingang. Je ziet je zelf zelden van de achterkant en daarom ben ik steeds weer verbaasd over de wat kalende plek op mijn achterhoofd. Die rauwe werkelijkheid strookt niet helemaal met het beeld dat je van je zelf hebt. Moet ik ook zeggen dat ik nauwelijks een beeld van mijn eigen achterkant heb of maak. Nee, begrijp me goed, ik vind het niet erg om ouder te worden. Heb al een nooit verwachte leeftijd bereikt. En met dat ouder worden gaat het een en ander aan veranderingsprocessen gepaard. Haarkleur en -uitval zijn daarvan nog wel de minsten. Die aanvaard ik, met al die andere verschijnselen, gelaten.
Ik herinner mij mijn vader als iemand met peper-en-zoutkleurig haar. Een mix, wat sluike haren slim over een kalende schedel gekamd. Mijn voorland als ik tijd van leven heb.
Als ik vanochtend zo naar mijn eigen grijnzende slapen kijk, realiseer ik mij dat mijn twee broers niet eens de tijd hebben gekregen om kaal of grijs te worden. Ik glimlach en in dat gezicht herken mijn broers. Grijnzend aan de slapen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *