Kwijt

Vandaag drie jaar geleden overleed mijn laatste zus. Twee broers en een zus was ik al eerder verloren. Ik stam uit een niet zo sterk geslacht. Eigenlijk was ik mijn laatste zus al een heel eind kwijt voor haar overlijden. Zij had zich moeten terugtrekken in een eigen wereld waar ik de enkele keer dat ik haar opzocht maar gedeeltelijk toegang toe had. Mijn laatste bezoek aan haar was schokkend. Ik kwam haar kamer binnen. Ze herkende me wel, want ze zei geschrokken vragend: “Jij ook al, Jan?” Ik ging naast haar bed zitten. Ik probeerde iets te zeggen. Ze reageerde nauwelijks. Totdat ze me opeens aankeek en vroeg: “Weet je wie er dood is?” En toen noemde ze haar eigen naam. Ze had zich zelf doodverklaard. Ze hoorde voor haar zelf al niet meer bij de levenden. Nu kon ik ook haar begroeting verklaren. Zij was verbaasd mij aan haar zijde te treffen. Zij had mij daar nog niet verwacht.
Ik kan dit verhaal niet zonder ontroering vertellen. Hoe wankel is de grens tussen een gezond bestaan en een leven in de schaduwkant? Ik lees op dit moment het boek “Ik ben niet kwijt” van Sjef van Bommel. Daarin beschrijft hij wat er gebeurt als je de liefde van je leven langzaam kwijt raakt aan dementie. Ook dat verhaal ontroert me. Lang geleden trof ik Sjef en zijn man Thom geregeld. We verloren elkaar uit het oog, zo gaat dat soms. Alleen indirect hoorde ik van hoe het hen ging en dat Thom erg ziek was geworden. Nu kon je dat van veel mensen geloven, maar niet van Thom. Een intelligente, erudiete boom van een vent. Iemand die gezag uitstraalde en zeker ook ontzag inboezemde. Een paar maanden geleden ontmoette ik Sjef weer. Thom was overleden. En nu via het boek word ik weer deelgenoot van hun leven. Het onthutst mij. Hoe zou ik reageren als dat dicht in mijn buurt zou gebeuren?
Mijn zus stierf een dag voor haar verjaardag. Zij heeft de 81 net niet gehaald.

Eén reactie op Kwijt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *