Nachtkastje

Naast ons bed staat een nachtkastje. Eigenlijk twee nachtkastjes. Een aan mijn kant, een aan Gades kant. Raar woord trouwens. Nachtkastje. Doet veronderstellen dat er ook dagkastjes bestaan. Maar daar heb ik nog nooit van gehoord. Bovendien zijn onze nachtkastjes helemaal geen kastjes, maar tafeltjes. Nauwelijks geschikt voor het doel waarvoor een nachtkastje van oudsher dient, het opbergen van de nachtspiegel.
Op het tafeltje aan mijn kant staat de wekkerradio, een lampje en een tekstje, gedrukt op een doorzichtig kokertje dat om een waxinelichtje zou kunnen en dan feestelijk de slaapkamer verlichten. De tekst op het kokertje luidt: “Gaat u vooral met een goed boek naar bed, of in ieder geval met iemand die er een gelezen heeft.” Vooral het tweede gedeelte van deze opwekking neem ik mij dagelijks ter harte. Van lezen in bed komt weinig. Daar gebruik ik mijn sponde maar zelden voor. Het boek moet zo boeiend en spannend zijn dat ik er nog geen afscheid van kan nemen en het nog een eindje de nacht mee wil in nemen. Maar meestal wint de slaap het van mij en bovendien gun ik Gade haar nachtrust, die mogelijk door mijn leeslampje wat verstoord wordt. Op mijn nachtkastje ligt dan ook maar zelden een boek. Die liggen her en der in huis te slingeren. Soms ben ik wel in drie, vier boeken tegelijk bezig. Ik weet dat dat een slechte gewoonte is. Je raakt dan niet echt ‘in’ een boek. En dat is toch het aardige van lezen. Je even helemaal verliezen in de wereld die de schrijver je aanreikt en die jij dan vorm mag geven.
“Lees eens een boek, dan versta je de wereld beter en misschien ook wel je zelf” hoorde ik gisteren een schrijver in Adriaan van Dis’ herleving van zijn oude boekenprogramma zeggen. Ik wil mij zelf best beter verstaan, maar vraag me soms af of ik wat te zeggen heb.
De boekenweek begint weer. Morgen ga ik een boek kopen en krijg er nog eentje gratis bij. Maar geen zal op mijn nachtkastje belanden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *