Stofmasker

De mussen vallen dood van het dak. Zo’n dag dus. En de vogels die overeind blijven nemen een verkoelend zandbad in een hoop aarde die langs de weg is blijven liggen na een slordige reparatie van het wegdek. Het zand had ingeveegd moeten worden bij de losliggende klinkers om het plaveisel weer enige structuur te geven. Maar dat werd verzuimd. Misschien was het einde werktijd of was het net als nu, veel te warm om ook maar aan werken te denken en schoot het afmaken van het werk er bij in. En niemand die er over zou kunnen gaan, geen ploegbaas of opperman denkt er nog aan dit werkje van niks in te plannen. Net zo min als de afzettingsborden mee te nemen die na de klus zijn blijven staan. Dat stille monument voor de verdwenen stratenmaker hoort, net als het hoopje zand al bijna onlosmakelijk bij het straatbeeld. Net als dat tijdelijk aan een lantaarnpaal vastgemaakte bord dat maant tot het niet meer dan 30 kilometer per uur rijden op dit woonerf waar 15 normaliter is toegestaan. Stratenmakers schrijven hun eigen regels.
In deze verzengende hitte (20 + is voor mij al verzengend) zie ik hoe bij de overburen een gang wordt geschilderd. Maar voor er geschilderd kan worden, moet er eerst geschuurd en geplamuurd worden. Het klusje wordt geklaard door de vader van een van de overburen. Hij is met het schuursel overdekt als een oliebol met poedersuiker. Het klinkt of ik verstand van heb als ik hem aanraad een stofmaskertje voor te doen bij het verdere schuren. Braaf zet hij het kapje op. Dat geeft hem een meer dan professionele uitstraling.Als ik wegga en hij weer verder gaat bungelt zijn mondkapje werkloos rond zijn hals.
Het is lunchtijd. Daarna doe ik wat ik met dit weer graag doe. Tijd nemen voor een siƫsta.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *