Uitvaartbegeleidster

Met bewondering volg ik meestal het werk van uitvaartbegeleiders. Met een natuurlijke rust, kalmte en bescheiden overwicht leiden zij de vaak emotionele plechtigheden in goede banen. Wat wij zien is vaak maar een klein gedeelte van hun activiteiten, want voor de plechtigheid hebben zij op gepaste wijze de voorbereidingen getroffen, gesprekken met de nabestaanden gevoerd, zaken geregeld en afspraken gemaakt. Het is een baan die een grote professionele betrokkenheid vergt, waar zakelijkheid en efficiëntie de compassie niet in de weg mag staan. Gelukkig heb ik al heel wat van die goed werkende begeleiding meegemaakt. Ze vallen op door niet op te vallen.
Gisteren was de uitvaartdienst van een nicht. Ik schreef eerder over haar. De uitvaartbegeleidster van dienst slaagde er in mijn grote waardering voor haar vak in één optreden te minimaliseren. In ieder geval voor de wijze waarop zij het uitvoerde. Eerst was er een mis in de plaatselijke parochiekerk. Daar gebeurde het al dat er misboekjes voor de naast familieleden werden neergelegd die weer werden weggehaald, weer werden neergelegd en ten slotte toch weer werden opgehaald, zodat er uiteindelijk een akelig leeg vak overbleef in een verder overvolle kerk. Logistiek inzicht leek de leidster niet gegeven.
In het crematorium bewaakte zij de tijd door gedurig en demonstratief op haar horloge te kijken. Familieleden die iets wilden zeggen werden zacht gesommeerd het kort te houden. Zelf nam zij alle ruimte om drie platvloerse gedichten over een nieuwe lente en zoete herinnering te declameren die niets, maar dan ook niets met mijn overleden nicht van doen hadden. Met grote armgebaren gaf zij aan de crematoriummedewerkster aan dat de muziek op een gegeven moment wel lang genoeg had geduurd. En de pastoor, die in de uitvaartmis was voorgegaan, kreeg van haar nauwelijks de kans een laatste gebed en een zegen uit te spreken. Dat zou een waardig einde van dienst geweest zijn, als zij er daarna niet nog een onbenullig gedichtje tegen aan had gegooid.
Aan het eind van de bijeenkomst nodige ze de aanwezigen uit een laatste groet te brengen, maar deed dat met zulke weidse armgebaren dat het leek of zij een A380 op Schiphol binnenloodste.
Als er een hemel zou bestaan heeft mijn nicht van daaruit dit alles glimlachend aan gezien. Zij was een mild, heel mild mens.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *