Waldkorn

De mens is, maar in ieder geval ik ben, een gewoontedier. Al sinds jaar en dag bestaat mijn ontbijt uit twee sneetjes tarwe-zonnepitbrood met daarop een plakje 30+ kaas. Het middagmaal ziet er niet veel anders uit. Op zaterdagochtend wordt het zonnepitbrood vervangen door een volkoren meergranencroissantje. Het is tenslotte weekend. Mijn keuze is ook bij de bakker waar ik altijd mijn brood koop bekend. In zijn winkel zijn van allerlei soorten brood te koop. Ik weet niet hoeveel wel, met allerlei tot de verbeelding sprekende namen als prairiebrood, zeebonk, wadden. Om over de verschillende soorten broodjes nog maar te zwijgen.
Ik ben de zoon van een bakkersknecht. Van de week was de goede man al weer 45 jaar geleden overleden. In zijn arbeidzaam bestaan bakte hij duizenden broden. Bruin en wit en op feestdagen een suikerbrood. En verder krentenbollen en zachte witte puntjes. Dat was het assortiment dat ik mij herinner. Niet die overweldigende keuze die er nu is bij mijn eigen bakker, waar ik gemiddeld drie keer per week binnenloop voor mijnĀ  “een halfje gesneden tarwe zonnepit”. In negen van de tien keer dat ik binnenkom schalt de bakkersvrouw al voor ik goed en wel de winkel betreden heb: “Een halfje gesneden tarwe-zonnepit?”Ik zou haast niet durven iets anders te bestellen. Ik denk dat ik haar klantgerichtheid een fikse deuk zou geven en dat wil ik het midden- en kleinbedrijf toch niet aandoen.
Als ik vanochtend, een uurtje later dan gewoonlijk, haar winkel binnen stap, blijft ze stil. Dus zeg ik zelf maar: “Een halfje gesneden tarwe-zonnepit.” Maar ik zie dat de schap waar die broden gewoonlijk liggen, leeg is. Zij bevestigt mijn terloopse waarneming. “Dat is er niet meer.” En om het nog duidelijker te maken, voegt zij er aan toe: “Dat is op!”
Daar sta ik dan. Nu moet ik zo waar nog gaan nadenken over welk brood nu. En al die namen zeggen me weinig tot niets. Wat dat betreft ben ik een zoon van mijn vader. Brood is brood. Bruin of wit. Basta. Maar met de keuze voor bruin kom je hier niet veel verder. Dan zijn er minstens nog wel 10 ondersoorten. Ik wijs een donkerbruin brood op de bovenste plank aan. “Doet u dat maar.” “Waldkorn”, zegt de bakkersvrouw. De komende dagen eet ik waldkorn in plaats van mijn vertrouwde tarwe-zonnepit.

2 reacties op Waldkorn

  1. Simone schreef:

    Nou Jan, dan heb jij meer indruk achtergelaten dan ik bij deze (zelfde) bakker. Na 5 jaar kende zij mijn even vaste gewoontes als die van jou nog niet! Iedere week moest ik weer alles opnoemen en klonk het steeds even nieuw voor haar. Mijn knal roze-paarse-oranje tas zag ze ook iedere keer over het hoofd. “Tasje erbij”? Nee, die heb ik zelf (weer) bij me.
    Misschien kwam ik met mijn ene keer per week (met wel een flinke bestelling (1 man en zijn 2 kinders en ik zelf natuurlijk) niet vaak genoeg. Jij komt drie keer in de week.
    Inmiddels kom ik er al 2 jaar niet meer en dat bevalt me goed. Mijn donderdagochtend begint zo zonder (haar) chagrijn! En waar ik nu kom grijpen ze al bijna naar het brood als ik binnenkom. Klantvriendelijkheid en meedenken is heel belangrijk. Jammer dat ze het broodje niet even voor je achter hield of je op zijn minst hielp met een andere keuze.
    Groet Simone

  2. thea schreef:

    Hoi Jan, zelf vind ik de doordeweekse verkoopster heel wat leuker dan de bakkersvrouw! Een goed alternatief voor je tarwezonnepit is het schippersbrood. Dat is mijn vaste bestelling en toen die laatst op was werd mij tarwezonnepit aangeraden, want dat leek erop. Andersom zal dus ook wel gelden. Thea

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *